‘Brussel zal ‘Belgisch’ zijn of niet zijn.’ Zo reageert Brussels minister Brigitte Grouwels (CD&V) in een persmededeling op de uitlatingen van Charles Picqué, de voorzitter van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die waarschuwde voor het einde van België.
‘Te veel Franstaligen zijn niet bezig met de voorbereiding van het einde van België,’ liet Picqué optekenen. ‘Het kan sneller gaan dan algemeen wordt aangenomen.’ Volgens Picqué mogen de Franstalige politici hun Plan B dan ook niet zomaar opbergen. ‘Voor de zoveelste en onredelijkste keer meent Charles Picqué, de minister-president van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zich tegen de politieke meerderheid van België te moeten keren’, reageert Grouwels.
Volgens haar is de reactie van Picqué in contradictie met de rol die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zou moeten spelen op nationaal vlak – ‘het bindteken zijn tussen de twee grote gemeenschappen van ons land’.
Ze vindt ook dat Picqué de historische werkelijkheid miskent: ‘Bij de traditionele partijen zijn het immers steeds de Franstalige partijen geweest, inzonderheid de Waalse socialisten, die het voortouw hebben genomen in het streven naar meer regionale autonomie. Dit gebeurde enkel omwille van hun afkeer voor een democratische Vlaamse meerderheid binnen het Belgische bestel.’
‘Brussel zal ‘Belgisch’ zijn of niet zijn: hierin kadert trouwens de onverkorte toepassing van de communautaire pacificatiewetgeving die de taalwetgeving is.’
Ze omschrijft de uitlatingen van Picqué, daarom verontrustend. ‘Het belooft niets goeds voor de verdere toekomst van het land.’